Bonifatiusfeestdagen |
Vijftig jaar geleden, bij de laatste grote herdenking van Bonifatius' martelaars dood, hield de Duitse bondskanselier Adenauer een vlammende rede aan het praalgraf in Fulda. De Duitsers, getraumatiseerd door de Tweede Wereldoorlog, riep hij op te werken aan een vreedzaam en verenigd Europa, waarvoor Bonifatius als de personificatie gold. Zij moesten werken aan een vredig Europa met een christelijke cultuur waarvan Bonifatius de grondlegger was geweest. Hij sprak zelfs van een 'Europeische Familie'.
En van Bonifatius' rusteloze reizen van Engeland, via Nederland naar Duitsland en Italie. Nu dat verenigde Europa er inmiddels is, is niet hij, maar hooguit Karel de Grote het symbool geworden. Van zijn glans is weinig over.
Nog weer enkele decennia daarvóór, in 1926, werd de eerste grote, nationale bedevaart naar Dokkum gehouden. Katholieken uit heel het land en ver daarbuiten, reisden met de pelgrimstram naar de moordplaats en de bron. De drijvende kracht daarachter, pater TItus Brandsma, riep de Friezen, in zijn eigen moerstaal: het Fries, op 'ereboete' te doen aan Bonifatius, de grondlegger van hun eigen christelijke en katholieke vaderland waarop zij begonnen zo
trots te zijn. Zo kwam de connectie met Dokkum tot leven. Hij appelleerde aan het zelfbewuste, Fries- nationalistische en tegelijk algemeen katholieke geloof. Ook daarvan is de glans aardig vergaan.
Als wij nu aan Bonifatius denken, maken wij eerder grapjes over die meelijwekkende grijsaard. Nog eenmaal wilde hij terugkeren naar
het land waar het allemaal begonnen was - misschien met de heimelijk wens om daar te sterven. Maar anders dan bij Johannes-Paulus 11 bij zijn laatste bezoek aan Polen, was het Bonifatius 'inderdaad vergund ter plekke dood te blijven.
Eigenlijk redeneren we zode grootheid en de betekenis van de man wèg.
Vandaag doen wij dat niet. Samen met de deskundigen, historici, een archeoloog, duiken we in het verleden op zoek naar ons erfgoed. Wij vragen ons af wat Bonifatius en zijn tijd ons hebben nagelaten. Wat de sporen zijn van die tijd in ons eigen heden. Hij leefde per slot in de periode waarin ons deel van Europa onder de Karolingers voor het eerst een politieke structuur kreeg en onder de missionarissen een begin van een christelijke cultuur. Toen werden basisvoorwaarden geschapen voor heel wat grondgedachten die nu nog ons leven bepalen. Al was het maar dat mensen zelf, mannen én vrouwen, verantwoordelijk werden gesteld voor hun eigen ziel en zaligheid. Dat ze verantwoordelijkheid kregen voor hun eigen leven. Of dat het verleden - voor Bonifatius natuurlijk het bijbelse verleden - een sturende kracht werd in het heden. Onze democratie en onze poldereconomie zouden wel eens meer op die tijd kunnen teruggaan dan wij ons bewust zijn. Historisch besef, zoeken naar de sporen van het verleden in het heden, kan ons dat beter bewust maken.
Het is daarom een lofwaardig initiatief van het Dokkumse gemeentebestuur om historici de kans te geven daarover samen met geïnteresseerde congresgangers na te denken.
Anneke B. Mulder-Bakker is dagvoorzitter van het historisch congres 'Bonifatius en zijn tijd' dat vandaag wordt gehouden in Groningen. Het congres wordt gehouden naar aanleiding van de 1250ste sterfdag van Bonifatius. De organisatie is in handen van de Geschiedeniswinkel van de Rijksuniversiteit Groningen.
Anneke B. Mulder
dagvoorzitter van het historisch congres "Bonifatius en zijn tijd