pax roodgeel cmyk CMYKverkleindmettekst
Het christendom van Bonifatius


het christendom van Bonifatius
Het is makkelijk gezegd: 'Bonifatius bracht het christendom naar Nederland' , maar daarmee weten we eigenlijk nog niet veel. We weten maar bijzonder weinig over wat de mensen in onze streken geloofden voordat ze II!et het christepdom in aanraking kwamen, terwijl het ook niet zo duidelijk is wat 'hef christendom' nu eigenlijk behelsde. Dat met het christelijke geloof een monotheïstische godsdienst werd bedoeld, waarin de persoon van Christus een belangrijk plaats innam, is wel duidelijk. Daarnaast hield het ook een geloof in in de wederopstanding na de dood en in een laatste oordeel waarin de verdoemden hun lot niet zouden ontgaan en de uitverkorenen de eeuwige zaligheid toebedeeld zou worden. Maar welke andere aspecten van de christelijke heilsboodschap in de tijd van Bonifatius voor wezenlijk werden gehouden en welk gedrag men van christenen verwachtte, is zeker niet vanzelfsprekend.



Het christendom was voor de Friezen waarschijnlijk in eerste instantie de religie van de Franken en politieke allianties met de Franken brachten vaak automatisch een bekering met zich. Zo verging het bijvoorbeeld een zekere Wursing, een Fries edelman die in onmin raakte met ae Friese koning Radbod. Hij vluqhtte naar de Franken en bekeerde zich daar tot het christendom.
Na het overlijden van Radbod keerde Wursing onder bescherming van de Frankische machthebber Karel Martel - de grootvader van Karel de Grote - naar het Friese gebied terug. Zijn zoon Thiadgrim huwde daar met een zekere Liafburg, een telg van een ander christelijk geslacht, dat nauw samenwerkte met die andere Angelsaksische missionaris: Willibrord. Uit de verbintenis kwam'een heel geslacht aan bisschoppen voort, van wie de Liudger de bekendste is. Hij was de grondlegger van het bisdom Münster in het huidige Westfalen, dat een grote bijdrage leverde aan de kerstening van de Saksen. In het bloedige conflict tussen Karel de Grote en de Saksen blijkt dat ook in de jaren na Bonifatius overlijden religie een belangrijke politiek strijdpunt bleef. Karel bood de Saksen de keuze aan om zich ofwel te beKeren, ofwel door het zwaard te sterven.
Bisschop Daniël van Winchester schreef Bonifatius in het jaar 723/4 een beroemde brief waarin hij hem adviseerde hoe hij de opvattingen van 'heidenen' het beste kon weerleggen. Daarin wees hij de missionaris erop dat hij in een gesprek met de heidenen vooral in moest gaan op de mythen waarin verhaald werd hoe de goden ter wereld gekomen waren. De verhalen over de genealogie van heidense goden moesten volgens hem aangegrepen worden om te laten zien dat de heidense goden niet eeuwig waren. Als ze geboren waren, waren ze er immers niet altijd geweest. Maar de bisschop van Winchester wees Bonifatius er ook op dat heidenen offers brachten voor materieel gewin. De missionaris zou de heidenen er dan op dienen te wijzen dat de christenen de rijkste landen van de wereld bewoonden, de landen die olie en wijn voortbrachten, terwijl de heidenen de koude streken bewoonden. Ook in macht en aanzien waren de christelijke landen duidelijk superieur aan de niet-christelijke gebieden, hetgeen de superioriteit van de christelijke godsdienst illustreerde.
Het christendom was in zekere zin de machtigere godsdienst waaraan nog het aura kleefdè van de glorie van het Romeinse rijk. Vooral in de
Angelsaksische kerk in Bonifatius' geboorteland bestond er een grote verering Tbor. Wat paus Gregorius de Grote monniken naar het mistige Engeland had uitgezonden om er het christendom te verkondigen. Ook Willibrord en Bonifatius trokken voordat ze met hun missiewerk begonnen over de Alpen om toestemming van de pausen te vragen voor hun missie. Bonifatius blijft ook zijn leven lang in briefcontact met de pausen, brieven die ons inzicht geven in de problemen waarmee een Angelsaksische priestermonnik te maken kon krijgen bij zijn missiewerk in Friesland, Hessen, Thüringen en Beieren.
Een van de dingen die opvalt bij
het lezen van de fascinerende
brievenverzameling van Bonifatius, een verzameling die gelukkig grotendeels bewaard is gebleven, is dat Bonifatius veel klaagt over misstanden die hij overal aantreft. Daarbij gaat het bijna nergens minder om gedrag van heidenen, maar haast overal om gedragingen van christenen, in veel gevallen zelfs van geestelijken.
In samenwerking met de Frankische machthebbers probeerde Bonifatius deze misstanden uit de wereld te helpen en hij besteedde dan ook zeker zoveel van zijn energie aan een hervorming van de Frankische kerk als aan de feitelijke bekering van niet christenen. Daarbij hebben we sterke aanwijzingen dat in veel gebieden waar Bonifatius actief was, al voorgangers geweest waren die het christendom hadden geïntroduceerd. Je zou dan ook kunnen stellen dat hij meer gedaan heeft aan de kerstening van christenen dan aan de kerstening van heidenen.

Preken
Preken was uiteraard van groot belang om de christelijke boodschap in de harten van de gelovigen te laten doordringen. Dit gold zeker voor Bonifatius. Wat Bonifatius nu precies gepreekt heeft, weten we niet. Zo weten we niet of hij de raad van bisschop Daniël van Winchester opgevolgd heeft in preken voor heidenen. Als kerkhervormer moet hij Qok veel voor christenen gepreekt hebben en we kennen een veertiental preken waarvan sommigen aannemen dat ze door Bonifatius zelf geschreven zijn.
Tot deze conclusie komt bijvoorbeeld Auke Jelsma die deze preken onlangs in vertaling heeft uitgegeven onder de titel Het leven als leerschool. Preken van Bonifatius. Of dat zo is moet nader onderzoek uitwijzen, al staat vast dat deze verzameling preken al vrij vroeg met Bonifatius in verband werd gebracht en dat ze toegesneden zijn op een publiek van onervaren christenen.
Ook als deze preken niet van de hand van Bonifatius blijken te zijn, geven ze toch een aardige indruk van het christendom zoals men dat aan het publiek voorgehouden moet hebben. Ze bevatten allereerst een 'theologisch minimumprogramma'. In de preken wordt uitgelegd dat er maar één God is en dat deze uit drie personen bestaat. Alle christenen moet de geloofsbelijdenis kennen en de tekst van het Onze Vader. Ze moeten zich aan de officiële vastenperiodes houden, een tiende van hun opbrengst
aan de kerk afstaan en regelmatig ter kerke komen om er te bidden en niet om er kletspraatjes te houden!
Verder worden in de preken enkele belangrijke gebeurtenissen uit de heilsgeschiedenis voorgesteld: de zondenval, de komst van Christus en het Laatste Oordeel. Bij het laatste ligt de nadruk enerzijds op de helse straffen die de heidenen en zondaars zullen ondergaan en anderzijds op de hemelse vreugden die de ware christenen ten deel zullen vallen. In de preken wordt verder de nadruk vooral gelegd op de christelijk deugden zoals de liefde, de gehoorzaamheid en de nederigheid, terwijl de toehoorders ook wordt voorgehouden van welke ondeugden zij zich moeten onthouden. In het laatste geval gaat het voor alom de ondeugden van de ontucht, de naijver, de woede en de dronkenschap. De prediker wijst ook bij herhaling op het belang van de biecht voor alle christenen. Alleen door de biecht en een gepaste boetedoening kan een christen vergeving van zijn zonden verkrijgen die hem van de straffen van het hiernamaals zal verlossen. '

Biecht
De verwijzingen naar de biecht moeten gezien worden in het licht van een pas kort daarvoor door geestelijken uit Engeland en Ierland in Europa geïntroduceerd systeem van de oorbiecht, een biecht die zich in tegenstelling tot het 'publieke boetesysteem van de laat-antieke kerk kon afspelen tussen. biechtvader en biechteling. Als hulpmiddel voor de biecht vader werden zogeheten boeteboeken samengesteld waarin alle mogelijke overtredingen van christelijke geboden werder opgetekend met de bijpassende boete. Ook Bonifatius en zijn medewerkers zullen met dergelijke teksten gewerkt hebben, al kunnen we niet precies meer nagaan welke.
Deze teksten sluiten nauw bij de bovengenoemde preken aan, die immers biecht en boete benadrukken in samenhang met de behandelde deugden en ondeugden. De boeteboeken zijn echter veel explicieter in de benadering van de ondeugdenden. Zo wordt in de preken bijvoorbeeld gesteld dat kuisheid een belangrijke deugd is en dat vrouwen hun man kuis moeten dienen terwijl de mannen dezelfde kuisheid dienen te eerbiedigen die ze van hun vrouw verlangen.
In boeteboeken nu vinden we een hele catalogus van seksuele handelingen die een gepaste boete verdienen. Zo stellen ze dat seksuele omgang taboe is in de vastenperiode, op zon- en feestdagen, tijdens de menstruatie van de vrouwen tijdens de zwangerschap. Ook specifieke vormen van seksualiteit worden verboden. Het zal duidelijk zijn dat het lastig was om deze zeer gedetailleerde seksuele regels in preken voor een algemeen publiek uiteen te zetten. Het proces van de biecht was dus tevens een proces van communicatie waarin de biechtvader de algemene voorschriften uit de preken voor de biechteling vertaalde in soms wel heel concrete voorschriften.
Seksualiteit is in deze biechthandboeken een belangrijk thema en uit zijn brieven weten we dat Bonifatius ook met dergelijke kwesties geconfronteerd werd. Zo vroeg hij aan de paus wat hij toch aan moest met een man wiens vrouw zo ziek was dat hij geen seksuele omgang meer met haar kon hebben. De paus antwoordde dat het beter was dat het echtpaar zich in een dergelijk geval helemaal van geslachtelijke omgang zou onthouden, maar dat dit maar aan enkelen was voorbehouden. De man in kwestie mocht daarom scheiden en een tweede huwelijk aangaan.
Andere belangrijke onderwerpen die in boeteboeken aan de orde komen zijn diverse vormen van geweld, variërend van een eenvoudige klap tot moord met voorbedachte rade, het vasthouden een niet-christelijke rituelen en het tot zich nemen van niet toegestane vormen van voedsel. Bonifatius' brieven laten alweer zien dat hij met al deze kwesties te maken kreeg. Zo vroeg hij bijvoorbeeld bij de paus na of het christenen eigenlijk toegestaan was paardenvlees te eten of vlees van bevers en hazen.
Christendom kon dus heel concreet betekenen dat je bepaalde soorten vlees niet meer mocht eten, dat je moet afwijken van de gebruikelijk manier om een conflict op te lossen, namelijk door toepassing van geweld in een vete, of dat je in het voorjaar amper nog met je echtgenote het bed mocht delen. Het zal duidelijk zijn dat de Friezen niet direct modelchristenen werden.

Rob Meens
is verbonden aan de Universiteit Utrecht