pax roodgeel cmyk CMYKverkleindmettekst

De spaanders van de bijl van Bonifatius




Opera biedt meer dan religiekritiek.

Wat jammer dat de opera Bonifacius in het Friesch Dagblad (18 september) zo kort door de bocht wordt afgeschoten als "voor velen kwetsend en blasfemisch". Ik heb genoten, van de voorstelling en was juist diep onder de indruk van het libretto. Het is een zeer zorgvuldig gecomponeerd verhaal en theologisch buitengewoon interessant.
Allereerst vind ik het opvallend dat in deze opera dezelfde vragen opgepikt worden als in de ' hedendaagse theologie. We zijn in de protestantse kerken heel anders over zending gaan denken. Bonifacius heeft voor zijn missie onder de Friezen geen Hendrik Kraemer Instituut bezocht en had van contextueel christendom nog nooit gehoord. Hij kwam met de bijbel en de bijl. Zo ging dat in die tijd. Hij zou zich wel eens flink achter z'n oren gekrabd hebben als hij zou horen hoe bescheiden de huidige missionarissen zich opstellen


Wij zijn heel anders gaan denken over zending in verre landen. En als vanzelf komt nu, de vraag op: Hoe is het eigenlijk bij onszelf gegaan? Dr Henk Vreekamp denkt na over die vraag in zijn boek Zwijgen bij volle maan en ds Hinne Wagenaar vertelde er over in zijn lezing op de laatste Friese kerkendag in Bolsward. Hoe zijn de oude zendelingen met onze voorouders omgegaan? Waar sloot het christendom dat zij brachten aan op onze cultuur?

Heel voorzichtig denk je dan wel eens dat de verre vreemden van nu maar boffen met zulke genuanceerde missionarissen. Vanaf 723 na Christus hakte Bonifacius er lustig op los. En waar gehakt wordt vallen spaanders.

Handschoen
Hoe het precies gegaan is, weet niemand. Het verhaal van Peter te Nuyl is een kunstzinnige hervertelling. Hij pakt, waarschijnlijk zonder het te weten, de handschoen op die mensen als Henk Vreekamp en Hinne Wagenaar de kerken hebben toegeworpen. En hij doet dat met verve! Ik heb diep respect voor zijn werk dat mij ontroerd heeft en zeker niet gekwetst.

In de opera wordt het heidendom niet opgehemeld. Het wordt in al zijn rouwheid getoond als de Friese koning Redbad een kind wil offeren. Het jongetje mag kiezen tussen de strop en de verdrinkingsdood. Doordat Bonifacius tussenbeide komt, wordt deze wreedheid gestopt. Maar wat de opera, zo bijzonder maakt, is dat het daar niet bij blijft. Er wordt ook een andere
kant van het voor-christelijk geloof van de Friezen belicht. Te Nuyl heeft het lef door een hedendaagse bril naar dat geloof te kijken: met respect voor andermans religieuze overtuiging en cultuur. Hij vertelt van de wijsheid en de
waarde die in dat geloof besloten lag. Natuurlijk is dat pure fantasie. We weten vrijwel niets van dat geloof. Maar daar ligt nu juist de kracht van het toneel. Zij kan de fantasie tot werkelijkheid maken 
Te Nuyl heeft dat met een wonderbaarlijk inlevingsvermogen en veel gevoel voor theologie gedaan.

Wat indrukwekkend om Eastra, de Friese priesteres tegen Bonifacius te horen zingen: “ Jouw Christus is al in Friesland. Hij is hier altijd al geweest.”Wat goed om de verwarring en de vervreemding te voelen in muziek en taal als Estra tegenover Bonifacius getuigt van haar geloof, dat ontegenzeggelijk anders, rijker en wijzer is geweest dan onze geschiedenisboekjes ons altijd hebben willen doen geloven.

Bovendien worden zo de rol en de positie van Bonifacius duidelijker. Het is goed om Eastra eens aan het woord te laten. Ze heeft zo lang haar mond moeten houden, dat niemand meer weet wat ze te zeggen had.

Maar ze heeft wel een punt te pakken. Als Eastra zingt: "Jullie
christenen - die van het Ene een lichaam hebt gemaakt van vlees en bloed. Die het onsterfelijke vieren in sterven en opstaan - jullie kunnen het niet horen
Het Geluid. Jullie schreeuwen te luid. Jullie zullen heersen, zoals onwetenden heersen, vernietigend!", dan is dat weer behoorlijk slikken, maar ze maakt een punt. Hier wordt ons onze eigen bloedige kerkgeschiedenis voor de voeten geslingerd. Dan kun je terug roepen dat je gekwetst bent en dat het blasfemisch is wat hier gebeurt, maar dat is wel een heel zwakke reactie. Hier is sprake van religiekritiek. Dit moet je serieus nemen en je kunt niet anders dan je er mee verhouden. :Wie bij zullke woorden gekwetst in een hoekje gaat zitten pruilen, neemt de kritiek niet serieus en de eigen geloofsovertuiging ook niet.

Maar de opera Bonifacius blijft niet hangen in religiekritiek. In de opera wordt duidelijk dat ook Bonifacius aansloot bij het geloof en de cultuur van de Friezen. Bij kon immers niet anders. Resten van het oude geloof zijn zelfs terug te vinden in het hart van het christelijk geloof. De naam van de godin Estra wordt de naam vanhet belangrijkste christelijke feest: Easter, Pasen. Dat een dergelijke inlijving van andere religieuze gebruiken in een nieuwe en machtiger godsdienst ten koste gaat van de oude godsdienst, wordt in de opera indrukwekkend gesymboliseerd door het kraaien van de haan. In muziek en taal voer ik als toeschouwer 'op dat moment iets van de pijn van het verlies van het oude: de spaanders die vielen bij het hakwerk van Bonifacius.

Wat mij eveneens ontroerde, was dat Bonifacius aan het slot van de opera letterlijk in de sporen van Christus treedt en zijn leven geeft voor de missie die hij als Gods roeping ervaart. De opera eindigt in een soort tragedie. Noch
voor Bonifacius, noch voor Eastra en de Friezen is er een weg terug. Zijn dood betekent de ondergang van het heidendom en de overwinning van het christendom. Dat feit wordt in alle geschiedenisboekjes erkend. Alleen in deze opera worden er vragen bij gesteld. Prangende vragen, die eeuwenlang niet gesteld mochten worden. Te Nuyl is zo fair om Bonifacius het laatste woord te geven in de rechtszitting waarin zijn doodsvonnis wordt uitgesproken. Bonifacius is dan zo eerlijk om meerdere motivaties te geven voor zijn strijd tegen het heidendom. 

Zo wordt Bonifacius 'integriteit uiteindelijk niet aangetast. Maar of de wereld uiteindelijk beter geworden is van Bonifacius' drang om te bekeren? Daarover kunnen nog heel wat harde noten gekraakt worden.

Jan Willem Nieboer is predikant in Gaastmeer.